Hoe het ooit begon
Een spontaan bezoek in de lente van 2011 aan de wijnmaker Thibault Soyer van het champagnehuis Marcel Moineaux in Chouilly zorgde ervoor dat we, zes Tilburgse vrienden, spontaan verliefd werden op het vloeibare goud dat in de Champagne-streek gemaakt wordt. Een volgende trip volgde, er ontwikkelde zich een vriendschap met de wijnmaker en niet snel daarna ontstond het Genietschap.
Liefde voor bubbels
Door de jaren heen is onze liefde voor bubbels alleen maar groter geworden. In verschillende hoeken van wijnmakend Europa zijn we op zoek gegaan naar de verborgen pareltjes. Wegblijven van de grote producenten en op zoek naar het vakmanschap van de kleine wijnmaker. Met het Genietschap brengen we deze pareltjes naar Nederland, zodat jullie ook kunnen proeven wat écht goede bubbels zijn. We drinken tenslotte nog het vaakste een fles net iets te lauwe supermarktchampagne, vergezeld door een vette oliebol terwijl je met een sterretje in de kou voor je huis staat
Onze trips

Chouilly (Champagne)
In het nog frisse voorjaar van 2011 brengen we een spontaan bezoek aan Thibault Soyer van champagnehuis Marcel Moineaux in het kleine Chouilly, een dorpje onder de rook van Epernay. Later op de avond belandden we met hem op een BBQ van collega champagne makers. Terwijl de magnum flessen champagne ons aan lagen te gapen in grote schalen met ijs, vochten de franse heren en dames nog net niet om de laatste flesjes Heineken. In welke wereld zijn we beland?
2011

Chablis (Bourgogne, Frankrijk)
Ah, Chablis! Een naam die grootser klinkt dan de smaak vaak rechtvaardigt. Alleen in de verste uithoeken, verstopt achter foeilelijke etiketten, vonden we de schaars op eik gerijpte Chablis. Natuurlijk geen cru, want ja, die paste niet bepaald in ons budget van arme studentjes. We pikten ook nog even een Champions League-finale mee in een lokale kroeg waar ze onze entrecôte op een rooster boven de open haard grilden. We kregen ook nog de Andouillette aangeboden, volgens de Fransen de meest ondergewaardeerde worst ter wereld, maar volgens ons vooral de meest twijfelachtige worst ter wereld.
2011
Meursault (Bourgogne, Frankrijk)
Zonder kinderen en met alle tijd van de wereld (ja, dat bestond ooit), gingen we in augustus voor de derde keer naar Frankrijk. Dit keer serieus terrein: Meursault, de koningin onder de Franse witte wijnen. Onze camping bood een spectaculair uitzicht over de wijngaarden, waar we 's avonds onze tafel, stoeltjes en pokerfiches naartoe sleepten. La Grappe d'Or: de wijn vloeide rijkelijk, de reserves werden aangebroken en de avond eindigde met een weddenschap over hoeveel glazen er nog in de “3-liter bag-in-box`` zaten. Melcher verloor niet alleen de weddenschap, maar ook de inhoud van zijn maag – direct in deze peperdure wijngaard. De volgende ochtend vond Richard, panisch voor het gevoel van steentjes onder zijn voeten, zichzelf brakend op een bed van… juist ja, steentjes. Maar hé, de wijn was geweldig! Clos Salomon bleek een pareltje, al hadden we er natuurlijk veel te weinig van ingeslagen. Jaren later teruggekeerd, en uiteraard waren de prijzen verdrievoudigd. Wijnvoorspellers zijn we nooit geweest.
2011
Epernay (Champagne, Frankrijk)
Op de terugweg van Meursault maar weer even langs bij Thibault. Aankomst rond een uur of elf in de ochtend, wat in Nederland koffietijd betekent. Maar nee hoor, hier krijg je gewoon meteen een glas champagne aangeboden. Thibault leidde ons trots rond door zijn uitgestrekte kelders, waar meer dan een half miljoen flessen lagen te rijpen. Enthousiast wees hij ons op een nisje met 15 Jeroboams. Uiteraard kochten we er meteen vier, ondanks het feit dat ze nog minstens tien jaar in de kelder moesten blijven liggen. Geduld is een schone zaak… voor anderen. Die dag mochten we ook nog een kijkje nemen in zijn wijngaarden, omringd door de beste percelen van grote huizen. Zelfs het iconische huisje van Moët was niet te missen. Na de tour even afkoelen in Thibaults zwembad – het decadente wijnleven went snel. Die nacht leerden we van Thibault (onze culinaire mentor) dat wij, barbaarse Nederlanders, onze worsten veel te dik snijden. De vetratio moet blijkbaar perfect zijn, anders is het 'smerig'. We sliepen op de bedden waar normaal de druivenplukkers tijdens de oogst hun vermoeide lichamen laten rusten. Op de terugweg reden we met volgeladen auto's terug naar Nederland. Nu hadden we ook echt bubbels om te gaan verkopen.
2011

Neustadt an der Weinstraße (Pfalz, Duitsland)
GastGenoot: Jonas
De Riesling-druif leerden wij kennen, een aantal jaar voordat we naar Neustadt gingen. Unaniem houden we niet van goedkope zoete witte wijn, vaak Riesling. Gelukkig ontdekten we in Neustadt heerlijke gebalanceerde, zure witte wijnen. Ons eigen wijncompas, Jesse, kreeg altijd zweetpareltjes op zijn voorhoofd als de zuurgraad klopte. Betrouwbaarder dan welke sommelier dan ook. Hoogtepunt: Heinrich Klohr, die ons met een gigantische charcuterieplank en 11 geopende flessen achterliet. Bevestiging: Duitsers zijn waanzinnig gastvrij. Onze buren op de camping, een opa en oma met twee kleinkinderen, waren minder aangenaam. Nog nooit iemand zo luidruchtig een bos horen omzagen als die man. Oma leek eraan gewend, maar die arme kinderen? Compleet gebroken de volgende ochtend. Op dag 2 kwamen we na een lange dag proeven terug op de camping. We parkeerden de auto en gingen ontspannen. Na drie kwartier kwam onze penningmeester de camping oplopen. Bleek dat we hem waren vergeten bij de laatste wijnboer. Hij was binnen nog aan het afrekenen. Oeps. Uiteindelijk kochten we liter(!)flessen Riesling voor €3,50. Veel te weinig ingekocht, uiteraard.
2012
Chouilly (Champagne, Frankrijk)
Weer terug bij Thibault. Niet iedereen kon, maar iedereen wilde wel. Uiteindelijk gingen Jonathan, Marc, Simon en wielrenfanaat Jesse mee. Eén boer uit het dorp nam de eervolle taak op zich om die dag iedereen van champagne te voorzien. Iedereen dronk zijn champagne uit kleine borrelglaasjes – want waarom zou je een serieus wijnglas gebruiken als je ook een shotglaasje kunt nemen? Op deze manier was je altijd verzekerd van een lekker koel en vers glaasje godendrank. We hadden een taak: voor 10.00 uur aan de kant van de bar staan. Het peloton was na 30 seconden voorbij, maar wat een prachtig circus zat er om de Tour heen. Chouilly heeft 800 inwoners, en die stonden er allemaal. Heel erg dronken geworden die avond. Na de Tour geproefd bij Thibault’s dorpsgenoot Nicolas Faillet – het huis waar menig champagneboer zijn druiven trots aan verkoopt.
2012
Vouvray (Loire, Frankrijk)
GastGenoot: Jonas
Vouvray, het dorp van de kweepeer. Een vrucht die voor velen van ons onbekend was, maar die we nu in minuscule hoeveelheden kunnen herkennen in elk gerecht. Nog nooit hebben wij op een camping gezelschap gehad van zoveel muggen. In Vouvray maken ze zoete dessertwijn die zich in topjaren kan meten met Château d'Yquem. En een voor sommigen van ons lastig toegankelijke mousserende wijn, want ja, als het niet uit Champagne komt was het voor ons blijkbaar nog verdacht. Er waren 21 boeren op de wijnroute, dus we besloten ons op te splitsen in twee groepen. Na meerdere vochtige en schimmelige grotten bezocht te hebben, leerden we de kweepeer erg waarderen – niet per se qua smaak, maar vooral als gespreksonderwerp. Le Petit Bois bleek het lekkerste.
2013

Marcenay (Bourgogne, Frankrijk)
Slechts 15 kilometer verwijderd van het financieel lucratieve Crémant de Bourgogne-gebied en toch totaal niet beïnvloed door die welvaart. De 'instant fisherman' was erbij, maar verrassend genoeg bleef de vangst op exact nul staan. Hier ontdekten we een wijn die smaakte naar kauwgomballen. Intrigerend. Verrassend. Dit was ook de plek waar we voor het eerst dachten: laten we dit een keer serieus aanpakken. Voortaan afspraken maken, strak tijdsschema hanteren. Om 10.00 uur het eerste glas. Zes wijnhuizen per dag. Bij elk huis 2-3 flessen scoren en ‘s avonds een serieuze evaluatie (lees: gewoon lekker doordrinken en doen alsof we experts zijn). De wijnmaker hier was een ware rebel: geen strikte Champagne Appellation-regels die hem tegenhielden, dus hij deed lekker zijn eigen ding. Pinot Gris in de ‘Elegance’ voor dat frisse, strakke randje. En zijn ‘L’Amoreusse’? Daar kun je alleen maar van houden. Sinds een paar jaar spreekt hij best aardig Engels, maar technologie en cijfers? Een complete nachtmerrie. Echte Franse charme, zullen we maar zeggen.
2014
Bouzy (Champagne, Frankrijk)
Op weg naar Bouzy even een tussenstop in Pevy. Bij Hautbois kregen we de eer om in de woonkamer te wachten op - jawel - wéér een Fabienne die nog op het land stond te buffelen. De Tradition had een stevige 70% Pinot Meunier en zijn Grande Réserve is een absolute topfles voor een belachelijk goede prijs. Bouzy zelf? Een buurgemeente van Thibault, met dezelfde Grand Cru-status, maar met een extra twist: een verrassend goede rode wijn. Of nou ja, goed… Laten we het houden op zeer gewaardeerd. Sommigen proefden er subtiele aardse tonen in, anderen vonden het verdacht veel smaken naar broccoli op kerkbanken. Conclusie: wijn blijft subjectief. En de beste plek om te lunchen? Altijd daar waar de postbode luncht. Die mensen weten meer dan TripAdvisor ooit zal doen.
2015
Leutesdorf (Mittelrhein, Duitsland)
In 2016 werd het hoog tijd om onze oosterburen opnieuw een bezoek te brengen. Camping geboekt in Mittelrhein, dorpje Leutesdorf, begin mei. Mooi plan, tot we ontdekten dat het weer zich had ingeschreven voor een horrorfilm. Kou, regen en wegafsluitingen door overstromingen. Het hele weekend voelde als een metafoor voor een mislukte carrièrestap: je dacht dat het geweldig zou worden, maar eindigde nat, koud en teleurgesteld. Waar ooit voorspoed en welvaart heersten, lag nu een troosteloze versie van een Franse banlieue. Wijnboeren reageerden nauwelijks op onze verzoeken om te komen proeven. Begrijpelijk, want de helft van hen bestond simpelweg niet meer. De kleine boeren? Weggeconcurreerd door grote domaines. Voor de overblijvers was er maar één optie: druiven verkopen en hopen op betere tijden. Biologische Brut Nature was hier het sleutelwoord. En hoewel de wijn zelf niet per se een warm gevoel gaf, deed de wetenschap dat we eindelijk weer ergens binnen konden zitten dat wel.
2016
Nothalten (Elzas, Frankrijk)
Goed, we hadden nu een crémant en een indrukwekkende verzameling champagnes. Tijd voor uitbreiding. Logische volgende stop? De Elzas. En daar vonden we de familie Koch. Een fantastisch wijnhuis gerund door een vader die zijn zoon vanuit een krukje voor de deur van advies voorzag. Met stok in de hand wees hij naar de wijngaarden, terwijl hij een taal sprak die noch Duits, noch Frans was. Wij knikten beleefd en deden alsof we het begrepen. Vrijdagmiddag kreeg Simon plots een hevige afkeer van de appeltjeszure bubbels. Paniek. We moesten iets roods vinden. Onze laatste hoop? 7 Vignes. En wat een binnenkomst. Niet met een statige proeverij of een traditionele begroeting, maar met zeven hyperactieve puppies. Prioriteiten werden heroverwogen, maar we besloten toch door te lopen naar het geïmproviseerde proeflokaal in de garage. De wijnmaker zelf had duidelijk een ander schema in gedachten. Hij zette achteloos zijn complete assortiment op tafel en verdween. Letterlijk. ``Ben zo terug,`` zei hij. En inderdaad, een paar uur later keerde hij terug met een groepje locals. Voor we het wisten, zaten we midden in een briljante vrijdagmiddagborrel. Vertrouwen betaalt zich uit: we kochten zo ongeveer alles wat hij had. In grote hoeveelheden. Want dit moest het thuisfront ook proeven.
2017
Beaune (Bourgogne, Frankrijk)
In Beaune gingen we dan eindelijk op jacht naar Marc zijn lievelingswijn: Savigny-lès-Beaune. Een lang weekend Bourgogne, even geen bubbels, maar briljante Pinot Noirs en Chardonnays om ons palet op te frissen. Even de polsen niet alleen gebruiken voor het heffen van glazen, maar ook voor een stukje wielrennen over de Route Touristique du Champagne. Balans, toch?
2018
2019 (Moezel, Duitsland)
GastGenoot: Rick
Weer Duitlsand en weer een fantastische plek. Marc en Simon pakten de trein naar Maastricht en reden vanaf daar op de racefiets naar het dorpje Erden aan de moezel. 185km met een licht windje in de rug door het glooiende belgische en duitse landschap.. Waar we in het nabijgelegen Ürzig op zaterdag een Tilburgse fanfare tegenkwamen op het dorpsfeest(écht een aanrader). In dit dorp prachtige bubbel geproefd bij Monchhof. Waar wij geserveerd werden door louter oudere mannen en het gevoel hadden dat wij erg gewaardeerd werden. In Erden een lekker Sekt en een magnifieke Riesling gekocht bij Lotz maar iets te duur voor onze kaart. Op en neer naar het dorpsfeest lopende namen we de lastige wandeling bovenlangs de wijngaarden. Op de terugweg nadat menig Genoot moeite had zijn evenwicht te bewaren en The Imperial March over de écht steile wijngaarden schalde, verdween Rick bij wegwerkzaamheden in een onafgedekt gat, hilariteit alom.
2019
Baarlo (Noord-Brabant, Nederland)
Helaas... Portugal kon weer niet doorgaan. Dan maar naar Wijnhuis in Baarlo. Hot Tub en tafeltennis. Geen wijnproeverijen, behalve de wijn van het huis, maar we verkozen toch hun perensap als betere drank. Wél een tópweekend. Maar we zijn weer toe aan een wijnweekend en een mooi nieuw product om te delen.
2020
Porto (Douro, Portugal)
September 2020, net voor de lockdown. We vonden een prachtig huis in Belgisch Limburg en genoten van Beef Wellington, een idyllische tuin en een realiteitsontsnapping. De Open Wijndagen betekenden dat de hele familie van de boeren was opgetrommeld om ons te ontvangen. Na een lange, zweterige proeverij stapten we met vijf volwassen mannen in een Tesla – een coronatechnisch interessante keuze. De bubbels in Limburg? Lekker. En absurd duur. Maar hé, kwaliteit mag wat kosten, toch?